In 1969 was er in het NVV (Nederlandse Verbond van Vakverenigingen) commotie over het ‘plan-Kloos’. Het plan hield een fusie in van alle NVV-bonden tot 1 NVV-bond. Het kwam er niet van. Het aantal bonden, dat er niets voor voelde was te groot. De Metaalbedrijfbond (ANMB), de Algemene Bedrijfsgroepen Centrale (ABC) en de Textiel en Kledingbond “De Eendracht” (ABTK) lieten het er niet helemaal bij zitten. Zij fuseerden op 1 januari 1972 tot de Industriebond NVV. Het gaf in het nieuwe district Rotterdam wat problemen. Ab Schravenmade, al districtshoofd in Rotterdam voor de metaal, bleef in Rotterdam districtshoofd van de nieuwe bond.
Twee ervaren districtsbestuurders van de ABC in Rotterdam, met kennis en ervaring in de chemische industrie en bij de oliemaatschappijen, Jan Schepers en Arie Lakerveld, werden districthoofden van de nieuwe bond in respectievelijk Zeeland en Brabant. Er moest een opvolger komen. Petrochemische industrie in RotterdamIn de Rijnmond (het Botlek/Europoortgebied) was een groot deel van de Nederlandse chemische industrie gevestigd en 5 grote oliemaatschappijen hadden er raffinaderijen. Dat waren ook voor de nieuwe Industriebond NVV, naast de metaalindustrie en de scheepsbouw, belangrijke bedrijfstakken.
Ik werd overgeplaatst naar het district Rotterdam als onderhandelaar in de petrochemie en bij de oliemaatschappijen in Botlek/Europoort. In de chemie was ik werkzaam geweest als machinist in de elektriciteitscentrale van een chemisch bedrijf en had als districtsbestuurder voor de ABC in het district Breda (Zeeland/Brabant) ervaring opgedaan in de chemische industrie o.a. bij Dow Chemical, Hoechst, enz. Het district Rotterdam was niet het eerste het beste district. Ik voelde me vereerd.
Het samenvoegen van de werkorganisaties van de drie bonden tot de Industriebond NVV verliep snel.
Bron: www.fnv.net